Wegmarkeringen zijn overal: op fietspaden, wegen, parkeerplaatsen en kruispunten. Ze zorgen voor structuur en veiligheid in het verkeer, maar wat vaak over het hoofd wordt gezien, is de milieu-impact van het materiaal waarmee deze lijnen worden aangebracht. De meeste markeringen worden nog steeds gemaakt met thermoplast, een beproefde techniek die echter flink wat energie kost. Een duurzamer alternatief staat inmiddels klaar: koudplasten.
Minder uitstoot, minder materiaal
Het grote verschil tussen thermoplast en koudplast zit in de manier van verwerken. Waar thermoplast eerst tot zo’n 180 graden moet worden verhit voordat het op het asfalt kan worden aangebracht, gebeurt dat bij koudplast volledig zonder verhitting. Het materiaal bestaat uit vloeibare harsen die met een verharder worden gemengd en direct op het wegdek kunnen worden aangebracht. Dit bespaart energie en voorkomt directe CO₂-uitstoot bij de verwerking.
Daarnaast is er een aanzienlijk verschil in materiaalgebruik. Thermoplastische markeringen worden meestal in een laag van minimaal 3 millimeter aangebracht. Voor koudplasten is vaak 1,5 tot 2 millimeter al voldoende. Dat scheelt behoorlijk in gewicht: per vierkante meter zijn er bij thermoplast zo’n zes kilo nodig, terwijl koudplasten met drie tot vier kilo toe kunnen. Deze besparing loopt flink op wanneer je kijkt naar de totale hoeveelheid markeringen op het Nederlandse wegennet.
Voordeel bij recycling
Ook aan het einde van de levensduur biedt koudplast voordelen. Waar thermoplastische markeringen eerst verwijderd moeten worden voordat asfalt kan worden gerecycled, kunnen koudplastmarkeringen gewoon mee de oven in. Ze versmelten met het gesteente, waardoor het recyclingproces eenvoudiger en efficiënter wordt.
Waarom is koudplast nog geen standaard?
Ondanks de voordelen is koudplast nog geen gemeengoed in de wegenbouw. De sector is traditioneel ingesteld en vertrouwd al jaren op thermoplast. Bovendien vraagt de overstap om een investering in nieuw materieel: de machines en mixers die nodig zijn om koudplast aan te brengen, verschillen van de standaardapparatuur. Dat kan een drempel vormen, zeker voor kleinere aannemers.
Toch begint hier verandering in te komen. De prijsverschillen tussen thermoplast en koudplast zijn relatief klein – gemiddeld zo’n vijf procent – en koudplast gaat doorgaans langer mee. Daardoor is het op termijn niet alleen duurzamer, maar ook economisch aantrekkelijk.
De beweging is ingezet
Er is een duidelijke verschuiving zichtbaar in de markt. Overheden zoals gemeenten, provincies en Rijkswaterstaat stellen steeds vaker duurzaamheidseisen bij aanbestedingen. Daardoor komt koudplast als alternatief vaker op de agenda. Ook aannemers spelen hierop in door bij vervanging van machines te kiezen voor apparatuur die geschikt is voor koudplast.
Producenten zoals Triflex ondersteunen deze beweging met gedegen onderbouwing. Zo is er een uitgebreide life cycle assessment (LCA) uitgevoerd om de milieu-impact van koudplasten over de hele levenscyclus in kaart te brengen. De resultaten bieden een stevige basis om opdrachtgevers te overtuigen en het gesprek over duurzame alternatieven verder aan te jagen.
De conclusie is duidelijk: op het gebied van wegmarkeringen valt nog veel te winnen. Door te kiezen voor koudplasten kunnen zowel milieu-impact als kosten op de lange termijn worden beperkt – een stap in de richting van een duurzamer Nederlands wegennet.